In veel analyses komt de nood boven om vergelijkende cijfers te tonen voor specifieke periodes. Zeker bij langlopende studies is een analyse van de trends / evolutie van de resultaten een belangrijke functionaliteit om cijfermateriaal goed te kunnen interpreteren.
Met Snap Surveys heb je heel wat mogelijkheden om categorisering van data toe te passen, door het gebruik van afgeleide variabelen
Met afgeleide variabelen ('derived variables') kan je categorieën bouwen door het gebruik van de paradata ID.Date (= default datumregistratie bij élke webenquête) of datumvelden die door de respondent zijn ingevuld.
Hieronder een voorbeeld op basis van een restaurant-enquête, waar de respondenten de datum van hun bezoek hebben ingevuld onder vraag Q1a. We willen de datums gaan categoriseren, om zo in tabellen en grafieken resultaten per periode te kunnen weergeven.
- Klik om het Variables scherm te openen.
- Klik om een nieuwe variabele te creëren.
- Specifieer de eigenschappen van de variabele:
Name: Datum (is de naam van de variabele die je gebruikt om een grafiek/tabel te parametreren)
Label: Bezoekdatum (is het label dat gebruikt wordt in de analyses als titel van de X-of Y-as
Type: Derived (the variabele zal haar data afleiden van de bestaande vraag Q1a waar de bezoekdatum wordt gevraagd)
- Response: Single (elke respondent zal slechts in één van de nieuwe categoriën worden ondergebracht, aangezien er slechts 1 bezoekdatum per "case" is)
- Specifieer de Code Details in de Codelijst
Code Code Label Value 1 Jan-Jun 2004 Q1a>=01 Jan 04 and Q1a<01 Jul 04 2 July-Dec 2004 Q1a>=01 Jul 04 and Q1a<01 Jan 05 3 Jan-June 2005 Q1a>=01 Jan 05 and Q1a<01 Jul 05 4 July-Dec 2005 Q1a>=01 Jul 05 and Q1a<01 Jan 06 Elk herkenbaar datumformaat kan gebruikt worden in de specificatie (dus ook bijvoorbeeld 01/07/2004
- Klik om de variabele te bewaren. Deze afgeleide variabele kan nu gebruikt worden in tabellen en grafieken zoals elke andere variabele
Hieronder een overzicht van de expressies die je kan gebruiken in het Value veld van uw codelijst
Een Datumfunctie wordt gebruikt om onderdelen van een data te extraheren en te gebruiken in andere expressies voor analyse of rapportage. Om een datumfunctie te gebruiken met een datumvariabele, vul de variabelenaam aan met de functienaam.
Bijvoorbeeld : om de dag van de week te bepalen die in de variabele GEBOORTEDATUM zit, gebruik je :
GEBOORTEDATUM WEEKDAY
Plaats steeds een spatie tussen de functienaam en de variabelenaam.
Tabel van logische functies voor gebruik in logical expressions:
Functie | Omschrijving |
---|---|
WEEKDAY | Levert een getal op, dat staat voor de dag van de week (1 = maandag,...,7 = zondag) |
WEEKDAY NAME | Levert een tekstwaarde aan, die staat voor de dag van de week 'Monday' tot 'Sunday'. Het eerste karakter zal in hoofdletters staan. Je kan de naam tot 3 karakters beperken. |
DAY | Levert een getal op, dat staat voor de dag van de maand (1 tot 31) |
MONTH | Levert een getal op, dat staat voor de maand van het jaar (1 = januari,..., 12 = december) |
MONTH NAME | Levert een tekstwaarde aan die staat voor de maand van het jaar 'Januari' tot 'December' Het eerste karakter zal in hoofdletters staan. Je kan de naam tot 3 karakters beperken. |
YEAR | Levert een getal op dat staat voor het jaartal in een datum (4 karakters) |