In sommige gevallen wil je één of meer vragen random aan je respondenten tonen, hiervoor kan je routing gebruiken, zodat bepaalde vragen worden getoond op basis van een waarde van een variabele of een afgeleide variabele.

Deze worksheet toont hoe je een afgeleide variabele kan creëren op basis van het tijdstip waarop de respondent de enquête benadert. Deze wordt dan gebruikt om een route te kiezen die de respondent neemt doorheen de enquête. Dit is geen volledige randomisering, aangezien er een gelijke verdeling zal zijn tussen de verschillende routes, maar de route die wordt toegekend aan elke respondent is in essentie random.

Achtergrond

Om respondenten random op verschillende routes te zetten doorhenen de enquête moet je eerst de verschillende vragen voor alle routes opstellen. In dit voorbeeld gaan we uit van 3 routes door de enquête. Dan creëer je een afgeleide variabele die het aantal seconden in de minuut berekend waarin de respondent de enquête heeft benaderd. In dit voorbeeld zal de verdeling zijn als volgt

  • de respondent benadert de enquête tussen seconde 1 en 19 van de minuut
  • de respondent benadert de enquête tussen seconde 20 en 39 van de minuut
  • de respondent benadert de enquête tussen seconde 40 en 60 van de minuut

De codes in de afgeleide variabele worden dan gebruikt in routing regels, om de respondent langs één van de drie specifieke routes te leiden.

Hieronder wordt dat visueel voorgesteld.

First questions / titles - Final questions / thank-yous
Aangezien deze techniek afgeleide variabelen gebruikt, zal dit enkel op Snap WebHost en Mobile Anywhere enquêtes werken.

Snap kan automatisch het tijdstip registreren waarop de respondent de enquête start, in de ID.Start paradata variabele. De seconden kunnen hieruit gehaald worden, en gebruikt worden in de afgeleide variabele om een code toe te kennen. Aangezien een minuut 60 seconden bevat, die je kan opsplitsen in de verschillende "factoren", is dit een handige manier om de codes op te splitsen in een aantal groepen.

We gaan ervan uit dat je de nodige vragen in je enquête al hebt gemaakt, voor de verschillende routes.

Stap 1: De start tijd toevoegen aan je enquête

  1. Open je enquête in Questionnaire (Design) mode.
  2. Klik Questionnaire Properties button om de Survey Properties te openen
  3. Selecteer Paradata Paradata iconin de linker kolom

    Quest prop: paradata start time

  4. Selecteer de Start Time systeemvariabele en vink Use in survey aan. Klik [OK].
  5. Bewaar de wijzigingen in het Design scherm met Save button.

Stap 2: De afgeleide variabele instellen

  1. Klik Variables button om het Variables scherm te openen.
  2. Klik New Question button om een nieuwe variabele te maken.
  3. Stel de Response in op Single.
  4. Voeg de waarden toe voor de drie codes. Elke respondent die de enquête benadert tussen 0 en 19 seconden in de minuut zal naar route 1 worden geleid, en de waarde hier (value) moet dan zijn :  id.start second<20
    Elke respondent die de enquête benadert tussen 20 en 39 seconden in de minuut moet naar route 2 worden geleid. Hier is de waarde id.start second<40 (de regels worden door Snap van boven naar onder gelezen. Indien de respondent dus voldoet aan voorwaarde 1, zal voorwaarde 2 niet meer van toepassing zijn  (dit is enkel bij een Single response type. Bij een Multiple response zal ook de aan 2de voorwaarde voldaan zijn.
    Elke respondent die niet voldoet aan voorwaarde 1 of 2 zal in de 3de categorie terecht komen. Daar is de waarde gewoon true

    Varieble details: time derived var
    Deze Values gebruiken de second tijdsfunctie om de seconden te extraheren uit de id.start paradata variabele. De eerste code wordt geselecteerd.

Stap 3: De routing instellen

Afhankelijk van het aantal vragen dat je random wil tonen, kan het zijn dat je verschillende routing methodes kiest. In deze worksheet gebruiken we de  Goto After Question routing regel, om respondenten naar verschillende routes te leiden. We gaan er ook van uit dat de routes als volgt zijn opgebouwd:

Route 1 bevat Q5 to Q10
Route 2 bevat Q11 to Q15
Route 3 bevat Q16 to Q20

  1. Selecteer de vraag of tekst direct voor de random vragensets zullen verschijnen
  2. Rechterklik op deze vraag en selecteer Routing Rules in het context menu.

    Empt n2 routing dialog
  3. Klik [Add] om een nieuwe regel te creëren.
  4. Selecteer Goto After Question in de Type dropdown lijst en klik [OK].

    New routing instruction dialog | Type field
  5. Selecteer de eerste vraag van Route 2 (Q11) in de GoTo dropdown lijst, en stel de If conditie in op v1==2 (waarbij v1 de afgeleide variabele is die je in stap 2 creëerde).
  6. Klik [Add] en maak een tweede Goto After Question die de eerste vraag van Route 3 (Q16) in de Goto dropdown lijst selecteert en een If conditie krijgt : v1==3. Klik [OK] om het routing dialoogvenster te sluiten.

    n2 routing dialog with two questions

    Dit zorgt ervoor dat respondenten die naar Route 1 geleid worden, naar de eerste set van random vragen gaan, respondenten die naar Route 2 geleid worden, op de 2de set van vragen uitkomen, en respondenten die naar Route 3 geleid worden op de derde set van vragen landen.
  7. Ga nu naar het einde van de eerste set van random vragen, en voeg een andere Goto After Question routing regel toe, die de respondent direct leidt naar de vraag die volgt op de 3 vragensets (je hebt hier geen voorwaarde voor nodig). Klik
    [OK].

    q3.a routing dialog
  8. Herhaal dit aan het einde van de tweede set radnom vragen. De laatste set van vragen heeft deze regel niet nodig, omdat automatisch de volgende vraag zal getoond worden.

Publish en test je enquête

Publish je enquête in preview mode, en controleer of de routing correct werkt. Aangezien je random toegekend wordt aan een route volgens de starttijd, moet je de enquête waarschijnlijk meerdere malen testen om de verschillende routes te vinden.