Numerieke expressies

Numerieke expressies worden gebruikt om berekeningen te specificeren die een numeriek resultaat opleveren. Ze worden gebruikt in een aantal situaties:

Expressietype

Voorbeeld

Uitleg

De geldige waarde van een afgeleide quantity variabele

SPEND * SHOPPING

Om het gespendeerde bedrag te vermenigvuldigen met het aantal shopping uitstapjes per week.

Wegingsfactoren voor analyses / tabellen

Q1 * 1.076

Vermenigvuldigt de waarde in variabele Q1 met een constante waarde van1.076.

De bron van een vraag, antwoordcodes en numerieke variabelen

Q1+Q2

Specifieert dat de bron van een nieuwe variabele het resultaat is van de som van de twee andere variabelen


+BALANCE

Om een positieve of negatieve waarde te converteren naar een positieve waarde


Numerieke operanden

Numerieke operanden zijn elementen van Numerieke expressies waar iets mee gebeurt door Numerieke Operatoren. Bijvoorbeeld in de volgende expressie:

Q1 * 1.076

* is de operator en zowel Q1 en 1.076 zijn operanden 

De volgende tabel toont een aantal toegelaten operanden die je kan gebruiken in numerieke formules

Operant

Omschrijving

Nummer

Een integer of decimaal constant getal. Bvb

6

123.45

0.78901

Variabele Naam

De naam van een bestaande variabele. Wanneer de variabele een Single Response is, dan zal de waarde van de gekozen antwoordcode gebruikt worden. Bij een Quantity vraag zal de ingevulde hoeveelheid (en niet de waarde van de code) gebruikt worden.

Indien de gespecifieerde variabele Not Asked of No Reply waarden bevat, dan zal de waarde 0 (nul) worden gebruikt in berekeningen.

For Q1* 2:
if Q1 = 2, then Q1 * 2 = 4
if Q1 = NR, then Q1 * 2 = 0

Is de variabele een Datum, tijd, literal of Multiple Repsonse dan levert elke operatie een Error waarde.

Numerieke functie

De naam van een numerieke functie, gevolgd door een variabele naam. Ga naar de volgende sectie hieronder, voor beschikbare functies.

Gewichtsmatrix (weight matrix)

Een variabele voorafgegaan door de naam van een gewicht dat je vooraf definieerde. 

Bijvoorbeeld : om een gewicht genaamd BALANC toe te passen op een variabele genaamd Q17 krijg je deze expressie:

BALANCE(Q17)

De variabele moet een Single Response zijn. Het resultaat zal de waarde van het gewicht zijn die overeenstemt met het gegeven antwoord.

Dit wordt gebruikt om een afgeleide variabele te creëren van een gewogen variabele of om een gewogen variabele te gebruiken om de basis van een analyse te wijzigen.


Numerieke functies

Een numerieke functie wordt gebruikt om een bepaald aspect van een variabele te kwantificeren. Alle numerieke functies hebben namen, sommigen hebben een equivalent symbool. De equivalente symbolen worden onmiddellijk onder de namen in de volgende tabel getoond.

Om een functie met een variabele te gebruiken, moet de variabele voorafgegaan worden door de functienaam of het equivalente symbool. Bijvoorbeeld : om het aantal antwoorden op de variabele genaamd AGE te krijgen, gebruik je NUM AGE (of het equivalente symbool #AGE)

OPMERKING : wanneer functienamen worden gebruikt, moet je een spatie laten voor de variabele naam. Bij het gebruik van symbolen is de spatie optioneel


HIeronder een tabel met numerieke functies die je kan gebruiken in numerieke formules:

Functie

Omschrijving

NUM

#

Geeft het aantal antwoorden per case voor de vermelde variabele. Dit wordt typisch gebruikt bij multiple response vragen. Voor cases waar de gereferentieerde variabele ontbreekt, bvb. bij Error, Not Asked of No Reply is het resultaat 0. Single, quantiity, datum, tijd en literal vragen zullen altijd het resultaat 1 geven, tenzij ze Missing zijn.

NUM werkt ook met logische expressies : NUM (Q1=1) geeft 1 bij true, 0 bij false

CODES

Geeft het aantal codes van de vermelde variabele. Opmerking  dit is niet het aantal antwoorden (zie NUM hierboven), het is het aantal antwoorden, en is dus een constante voor een bepaalde variabele. Wanneer de variabele een  Quantity Response, Time Response, Date Response of Literal Response is, dan is de waarde altijd 1.

MIN

<<

Geeft het nummer van de laagste gekozen antwoordcode, als antwoord op de vermelde variabele. MIN wordt vooral gebruikt bij multiple response vragen. Voor cases waar de variabele ontbreekt (bvb. bij Error, Not Asked of No Reply waarden), is het resultaat No Reply. Literal, quantity, date en time response zal altijd een waarde 1 opleveren, tenzij ze ontbreken

MAX

>>

Geeft het nummer van de hoogste gekozen antwoordcode, als antwoord op de vermelde variabele. MIN wordt vooral gebruikt bij multiple response vragen. Voor cases waar de variabele ontbreekt (bvb. bij Error, Not Asked of No Reply waarden), is het resultaat No Reply. Literal, quantity, date en time response zal altijd een waarde 1 opleveren, tenzij ze ontbreken 


Numerieke operatoren

Een Numerieke operator wordt gebruikt om een berekening te doen op één of twee numerieke waarden.  Deze kunnen gebruikt worden op numerieke constanten of op quantity of single response variabelen. Ze geven een error als resultaat wanneer gebruikt met multiple, literal, time of date waarden. Het resultaat van deze operatie is een numerieke waarde.

Tabel met numerieke operatoren voor gebruik bij numerieke expressies (met 2 operanden):

Operator

 

Omschrijving

+

Plus

Het resultaat is de som van de eerste operand en de tweede

-

Minus

Het resultaat is het verschil tussen de twee operanden (de tweede operand wordt afgetrokken van de eerste)

*

Vermenigvuldigen

Het resultaat is het product van de eerste operand met de tweede

/

Delen

Het resultaat is de eerste operand gedeeld door de tweede. Wanneer de tweede operand een 0 is, is het resultaat een Error waarde

\

Integer Delen

Het resultaat is de eerste operand gedeeld door de tweede, en dan naar beneden afgerond naar het dichtsbijzijnde gehele getal. Wane

The result is the first operand divided by the second, and then rounded down to the nearest whole number.  Wanneer de tweede operand een 0 is, is het resultaat een Error waarde 

@

Substring positie

Het resultaat is de positie van de tweede operand in de eerste. Wanneer de tweede operand niet in de eerste aanwezig is, dan is het resultaat No Reply. Bijvoorbeeld: “abc”@”b” geeft 2; “abc”@”ab” geeft 1; “abc”@”bcd” geeft No Reply

 Tabel met numerieke operatoren voor gebruik bij numerieke expressies (met 1 operand): 

Operator

 

Omschrijving

+

Absolute waarde

Het resultaat is de absolute waarde van de operand. Wanneer de operand een negatieve waarde is, zal het resultaat een positieve waarde zijn van dezelfde grootte. Wanneer de operand een positieve waarde is, dan is het resultaat identiek.

-

Negatieve waarde

Het resultaat is een negatieve waarde van de operand. Wanneer de operand een positieve waarde is, dan is het resultaat een negatieve waarde van dezelfde grootte. Is de operand een negatieve waarde dan is het resultaat een positieve waarde van dezelfde grootte.