Expresssies met tijd worden gebruikt om berekeningen op tijd te kunnen doen. Ze worden gebruikt in de value velden van afgeleide tijdsvariabelen of als onderdeel van logische expressies. Tijdsexpressies zijn bijvoorbeeld:
- Een tijdstip, afgetrokken van een ander tijdstip, met een getal als resultaat (zoals de wachttijd)
- Een aantal (seconden), opgeteld of afgetrokken van een tijdstip, met een nieuw tijdstip als resultaat
- Twee tijden die met elkaar vergeleken worden, met TRUE of FALSE als resultaat. De tijdstippen kunnen vergeleken worden om na te gaan of het éne groter dan, kleiner dan, gelijk aan of niet gelijk aan de andere tijd is. Bijvoorbeeld Q1b > 9pm geeft een TRUE als resultaat wanneer Q1b een tijdstip voor 9pm is. Zoniet geeft het FALSE als resultaat
- Een tijdfunctie toegepast op een tijdstip, bijvoorbeeld om het uur van de dag te onttrekken aan een tijdstip (bvb. 3 is het resultaat indien het tijdstip 3.30pm is)
De mogelijke operanden en operatoren worden hieronder beschreven.
Tabel met tijdsoperanden gebruikt in tijdsexpressies
Operand | Omschrijving |
---|---|
Tijdsvariabele | Een Tijdsvraag of een afgeleide tijdsvariabele |
Tijdsconstante | Een tijdwaarde uitgedrukt als constante. Elk standaard formaat voor tijd is aanvaardbaar, bijvoorbeeld 19:00 kan ook 7.00 pm zijn, of 7 o'clock pm. |
Tijdseigenschap (Time Property) | Het woord NOW geeft de huidige tijd als resultaat (volgens de klok van de computer waar Snap op draait) |
Wordt gebruikt om onderdelen van een tijdstip te onttrekken. De naam van een variabele wordt gevolgd door een tijdsfunctie | |
Bereken het aantal seconden tussen twee tijdstippen, voeg seconden bij een tijdstip of trek seconden af van een tijdstip | |
Vergelijking | Vergelijkingen zorgen ervoor dat variabelen of constante waarden een TRUE of FALSE resultaat opleveren. Het effect van relationele operatoren wordt omschreven in de helpsectie 'Relational Operators'. |
Tijdsfuncties
Een Tijdsfunctie wordt gebruikt om onderdelen uit een tijdstip te onttrekken voor gebruik in andere expressies of voor analyse of rapportage. Om een tijdsfunctie in een tijdsvariabele te gebruiken, typ je de naam van de variabele, gevolgd door de tijdsfunctie.
Bijvoorbeeld, om het uur van de dag te bepalen uit het antwoord op variabele Q1b, gebruik je:
Q1b HOUR
Tussen de functie en de variabele moet een spatie staan
Wanneer je tijdstippen definieert, zijn er een aantal functies die je kan gebruiken om onderdelen van het tijdstip te onttrekken. Alle voorbeelden hieronder gaan ervan uit dat de respondent op tijdsvariabele Q1b (hoe laat kwam u aan?) antwoordde met 10.30.52 pm
Functie | Omschrijving | Voorbeeld |
---|---|---|
hour | Geeft het uur waarin het tijdstip valt. | Het resultaat van Q1b hour zou hier het getal 22 zijn |
minute | Onttrekt de minuten van het tijdstip | Het resultaat van Q1b minute zou hier het getal 30 zijn |
second | Onttrekt de seconden van het tijdstip | Het resultaat van Q1b second zou hier het getal 52 zijn |
Tijdsoperatoren
Tijdsoperatoren gebruik je voor berekeningen op ofwel 2 tijdstippen of op een tijdstip en een getal (quantity)
Tabel met tijdsoperatoren voor gebruik in tijdsexpressies
Operator |
| Omschrijving |
---|---|---|
+ | Plus | Het eerste argument is een tijdstip en het tweede is een getal (een aantal seconden). Het resultaat is een later tijdstip waar het aantal seconden is toegevoegd. Bijvoorbeeld : Q1b + 3600 geeft als resultaat een nieuw tijdstip dat 1 uur later valt dan Q1b. |
- | Min | Het eerste argument is een tijdstip en het tweede is een getal (een aantal seconden). Het resultaat is een vroeger tijdstip. Bijvoorbeeld : Q1b - 3600 geeft een nieuw tijdstip dat 1 uur vroeger valt dan Q1b Waar beide argumenten tijdstippen zijn, is het resultaat een getal (quantity) dat staat voor het aantal seconden tussen de 2 tijdstippen. Bijvoorbeeld: Departuretime - Arrivaltime geeft je de verblijfstijd in seconden (dit kan je nadien nog omzetten in uren / dagen / weken indien gewenst - met een afgeleide variabele) |
Twee tijden van elkaar aftrekken die langs elke kant van middernacht vallen zal een positief tijdsverschil opleveren. Bijvoorbeeld : 3.30am - 11.58pm geeft als resultaat een verschil van 12.720 seconden (3 uur en 32 minuten), terwijl 11.58pm - 3.30am een verschil van 73.680 seconden geeft (20 uur 28 minuten geeft).
Raadpleeg de informatie over Question Time Variable in de helpsectie voor een referentielijst van het aantal seconden in verschillende tijdsperiodes