As-Expressies worden gebruikt om assen te specifiëren voor tabellen en grafieken in het Results scherm. Ze bevatten As-Operatoren die worden toegepast op benoemde variabelen. De variabelen kunnen van élk type zijn, maar bij quantity variabelen is enkel de code OK aanwezig. Mogelijke operatoren die kunnen toegepast worden:
Operator | Omschrijving |
---|---|
& AND | Beide operanden worden initieel omgezet naar een multiple response. Bij een succesvolle omzetting zal het resultaat een multiple response waarde zijn met codes die in beide operanden werden opgezet. Indien geen overeenkomstige codes werden gevonden, is het resultaat No Reply. Is de conversie niet succesvol, of gaf één van de operanden een Error dan is het resultaat een Error. De AND operator wordt gebruikt wanneer - bijvoorbeeld - een multiple choice vraag gesteld werd aan het begin van een vragenlijst, die opnieuw wordt herhaald op het einde. De antwoorden die in beide instanties hetzelfde zijn kunnen dan onttrokken worden met de AND operator. Bijvoorbeeld: VOOR AND NA |
| OR | Beide operanden worden initieel omgezet naar een multiple response. Bij een succesvolle omzetting zal het resultaat een multiple response waarde zijn met codes die in één van de twee operanden werden opgezet. Indien geen overeenkomstige codes werden gevonden, is het resultaat No Reply. Is de conversie niet succesvol, of gaf één van de operanden een Error dan is het resultaat een Error. De OR-operator kan worden gebruikt bij het analyseren van ongevraagde / gestelde bewustmakingsvragen. Door de resultaten van twee variabelen te combineren met OR kan het netto-effect van totale bewustwording worden verkregen. Bijvoorbeeld: GEVRAAGD OR NIETGEVRAAGD |
: WITH | Beide operanden worden initieel omgezet naar een multiple response. Bij een succesvolle omzetting zal het resultaat een multiple response waarde zijn, gelijk aan de de eerste operand waar de tweede operand bij aansluit, zodat - indien de eerste operand een variabele was met 4 antwoordcodes, dan zal de eerste code van de tweede operand de vijfde code van het resultaat worden, enzovoort. Indien beide operanden No Reply of Not Asked zijn, dan is het resultaat No Reply. Is de conversie niet geslaagd, of heeft de resulterende multiple waarde meer dan 2000 codes, of is één van beide operanden een Error dan zal het resultaat Error zijn. De WITH operator is bijzonder handig voor het bouwen van complexe kolomdefinities (of banners), om meerdere attributen van een respondent op een kruistabel te analyseren. Bijvoorbeeld : specifieer de kolommen van een kruistabel als: AGE with SEX with SEG |
% PER
| Om een tabel van alle combinaties van de genoemde variabelen te creëren. Bijvoorbeeld, variabele AGE heeft 4 categorieën : "under 18", "18-25", "26-35", "over 35", en variabele SEX heeft 2 antwoordcodes "Male" en "Female". Een tabel gespecifieerd als volgt : AGE PER SEX, waar AGE 4 codes heeft, zal automatisch een tabel creëren van 8 waarden : "under 18 Male", "18-25 Male", "26-35 Male", "over 35 Male", "under 18 Female", etc. |
! NOT | De operand wordt initieel omgezet naar een multiple response. Is de conversie succesvol dan zal het resultaat een multiple response waarde zijn met antwoordcodes voor waar er geen waren in de operand, en geen antwoordcodes ingesteld voor waar er vooraf wél waren. Was de operand origineel Not Asked of No Reply dan zal elke code worden ingesteld. Was elke code origineel ingesteld, dan zal het resultaat No Reply zijn. Was de conversie niet succesvol of was de operand een Error dan is het resultaat een Error. |
Analysis en Break Velden
De Analysis en Break velden in het Results Definition dialoogvenster zijn de sleutel tot het weergeven van resultaten, gezien het niet enkel de variabelen specifieert die moeten geanalyseerd worden, maar ook het format van de analyse.
De analysis en break velden bevatten:
- ofwel een lijst of reeks van variabelen (variabele namen, gescheiden door komma's, TO of ~)
- ofwel een as-expressie (single variabele namen gescheiden door de as-expressies WITH, TO, AND, PER of hun equivalente symbool
Je kan het analysis veld als de X - as beschouwen, en het break veld als de Y-as. Je kan beide assen in hetzelfde dialoogvenster omkeren met Transpose
Voorbeelden van wat je in het Analysis of Break veld kan plaatsen
Voorbeeld | Betekenis |
---|---|
Q2 | Analyseer Q2 als een individuele variabele. Is er geen break gespecifieerd, dan wordt een frequentietabel getoond. Wordt een andere variabele in het break veld toegevoegd, dan wordt een kruistabel getoond. |
Q9 WITH Q10 | Q9 geanalyseerd, met Q10 ernaast. De specificatie Q9:Q10 geeft hetzelfde resultaat. Wordt gebruikt om meerdere variabelen in frequentietabellen en grafieken te plaatsen, en in kruistabellen. |
Q2,Q4,Q6a | Gebruik dit om een grid table of grafiek van Q2, Q4 en Q6a te maken |
Q6a TO Q6e | Alle vragen tussen Q6a en Q6e, op basis van de volgnummers van Q6a en Q6e. Alle variabelen met volgnummers in deze reeks worden meegenomen. Alternatieve schrijfwijze : Q6a~Q6e |
Q9 PER Q10 | Alle permutaties van Q9 en Q10. De eerste rij of kolom is dan Q10=1 en Q9=1. De tweede rij is Q10=1 en Q9=2. Het aantal rijen of kolommen is het product van het aantal codes van elke variabele. Indien Q9 5 codes heeft, en Q10 2, dan is het resultaat van Q9 PER Q10 een tabel met 10 rijen of kolommen. |
Q4(5,1 TO 3) | Selecteer individuele codes in een variabele voor analyse, en plaats ze in de volgorde waarin ze moeten getoond worden. Hiermee kan je kolommen met data voor een tabel of grafiek anders rangschikken. Wanneer je een code ingeeft die niet bestaat, zal Snap dit codelabel als ? tonen en een telling van 0 tonen. Je kan dit enkel invullen in één van de twee velden (Analysis OF Break). |
GRID | De presentatie van de resultaten neemt de vorm van een grid (raster) aan. DIt wordt doorgaans gebruikt om een reeks vragen met dezelfde antwoordcodes te analyseren, en wordt gespecifieerd in de break. Indien het aantal antwoordcodes niet overeenkomt, worden de labels van de grootste variabele (met de meeste antwoordcodes) gebruikt. |
STATS | Toont de resultaten als een omschrijvende statistische tabel |
HOLECOUNT (enkel voor tabellen) | Toont de resultaten als een tabel met totalen (holecount table). Dit wordt doorgaans gebruikt als een controle op de geldigheid van de data die wordt geanalyseerd. Errors, Not Asked en No Replies worden regelmatig ook meegenomen. De resulterende tabel is enkel functioneel en het is af te raden deze te gebruiken voor presentatiedoelen, aangezien de labels van elke variabele vervangen worden door standaard codes "code1", "code2", enz. |
Indien je een ongeldige definitie geeft voor een analyse, zal Snap een waarschuwing tonen, en trachten de positie van het eerste karakter dat verkeerd is aan te duiden.
De meest voorkomende oorzaak voor deze foutmelding is het vermelden van variabelen die niet bestaan, bijvoorbeeld door Q1 in te geven wanneer de eigenlijke naam van de variabele Q1a is.
Andere voorbeelden van fouten zijn vooral syntax gerelateerd. Bijvoorbeeld Q6A, Q6B,, Q6C zou een foutmelding veroorzaken, aangezien Snap een extra komma opmerkt.
Let op : wanneer je fouten tracht op te sporen in het Analysis of Break veld hou dan rekening met het feit dat Snap bij het localiseren van een fout, enkel de eerste positie zal melden van waar een inconsistentie is vastgesteld. Het kan zijn dat dit bijkomende fouten verbergt (en je opnieuw een foutmelding krijgt).