OPMERKING : De tijd die nodig is voor de invulling van je enquête, wordt standaard berekend door Snap in elke enquête via de hidden paradata variabele ID.time. De worksheet hieronder is dus enkel van toepassing indien je bijkomende tijdsberekeningen wil maken in je enquête, bijvoorbeeld voor de registratie van start en eindtijd van een audit, controle, inspectie, een interview, een wachttijd, etc...
Met Snap kan je dus tijdstippen analyseren. Wanneer een vragenlijst een start en eindtijd registreert, kan Snap het verschil berekenen. Dit tijdsverschil kan uitgedrukt worden in minuten en geanalyseerd worden in categorieën met een afgeleide variabele.
De volgende worksheet legt uit hoe je de Start tijd en Eind tijd vragen maakt, en hoe je twee variabelen opzet die deze informatie zullen berekenen en tonen.
We gaan de volgende vragen bouwen in deze worksheet:
Q1. Start Time | 14.17 |
Q2. End Time | 16.05 |
Difference in Time | 108 Minutes |
Opmerking: Tijd wordt geanalyseerd in minuten. Er zijn 60 minuten in elk uur en 1440 minuten in 24 uren (60 minuten x 24 uren)
Maak een starttijd en eindtijd variabele
- Maak twee open ended quantity vragen, één voor de starttijd en één voor de eindtijd. Deze kan je opzetten in het questionnaire design scherm, of als variabele rechtstreeks in het Variables scherm
- Klik op de properties (eigenschappen) in het questionnaire design scherm en stel elke vraag in op 2 decimale plaatsen. Zoniet zal Snap geen seconden toevoegen wanneer de starttijd, eindtijd en het verschil worden berekend.
Maak een quantity variabele om het tijdverschil te berekenen
Maak een Derived variabele, Quantity. Dit is een nieuwe variabele die informatie haalt uit andere variabelen.
- In het Variables scherm klik je op "+" om een nieuwe variabele te maken
- Pas de volgende instellingen toe : Stel Name in op V1, Typ "Time Difference" in het Label veld, selecteer Derived als type en Quantity als Response
- In de Values kolom in de rij Not Asked typ je Q1 missing or Q2 missing. Dit zorgt dat Snap de berekening niet maakt in stap 4, indien Q1 of Q2 leeg zijn.
Typ de onderstaande formule in de Values kolom in de rij Valid.
((Q2\1)*60 + (Q2-Q2\1)*100) – ((Q1\1)*60 + (Q1-Q1\1)*100) + (1440 * num(Q2<Q1))
Deze formule is opgedeeld in 3 secties.
De eerste sectie zet de antwoorden van Q2 om in minuten, de 2de sectie zet de antwoorden van Q1 om in minuten. De laatste secties is enkel nodig wanneer de begin en eindtijden voor en na middernacht liggen - het voegt 1440 minuten toe indien Q2 een antwoord heeft nà middernacht, en Q1 een antwoord heeft vóór middernacht.
Maak een afgeleide variabele om de tijdscategorieën te tonen
Om de resultaten in tijdscategorieën te tonen maken we nog een afgeleide variabele
- In het Variables scherm klik op "+" om een nieuwe variabele te maken
- Pas de volgende instellingen toe:
- Name : V2
- Label : Time Categories
- Text : Duration between Start and End Time
- Response : Single
- Klik in de label kolom in de rij van van code 1 en typ 0-15 minutes. Klik in de Value kolom en typ V1<=15. Voeg de volgende rijen toe met de TAB toets en vul in als volgt
- 16-30 minutes --> V1<=30
- 31 minutes - 1 hour --> V1<=60
- 1 – 2 hours --> V1<=120
- 3 hours and above --> V1 OK
- Klik op Count Respnoses (123 toets) om het aantal antwoorden per categorie te berekenen. De Counts kolom in de variabele toont het resultaat. Klik op Save om te bewaren en gebruik de variabele om een tabel of grafiek te tonen met de resultaten. Typ V1 in het Analysis veld van je analyses om de resultaten grafisch voor te stellen