Deze worksheet omschrijft hoe je de paradata variabele ID.site gebruikt, zodat je kan traceren waar de respondent de enquête heeft benaderd.

Achtergrond

Om de responsgraad op een enquête te maximaliseren, wordt dikwijls een link naar de enquête geplaatst op verschillende locaties online (facebook, twitter, website, etc...). Deze worksheet toont je hoe je kan traceren welke link gebruikt wordt om de enquête te benaderen.

Stap 1: Voeg de ID.site Paradata variabele toe

  1. Open je enquête
  2. Selecteer het ‘Questionnaire Properties’ menu: Questionnaire Properties Icon.
  3. Selecteer het ‘Paradata’ menu.
  4. Selecteer de ‘Site’ variabele.
  5. Vink ‘Use in survey’ aan.
    Paradata Site1
  6. Klik 'OK' om terug te keren naar de enquête
    Je ziet nu een nieuwe variabele bovenaan je vragenlijst staan, genaamd ID.site.
  7. Klik op ID.site om ze te selecteren.
  8. Klik er nu met je rechtermuisknop op en selecteer "Hide Variable"

    ID.site is nu een verborgen vraag geworden. Dat betekent dat respondenten die de vragenlijst invullen, deze vraag niet zien.

Stap 2: Publiceer en upload je vragenlijst naar WebHost

  1. Werk het design van je enquête af, inclusief routing en formats
  2. Selecteer "File" gevolgd doord "Publish"
  3. Selecteer de drie puntjes naast het "path" veld om een locatie te kiezen voor de gepublishte enquête
  4. Wil je de enquête testen, stel dan "Method" in op "Publish with preview". Zoniet, selecteer dan "Publish without preview".
  5. Klik op "Publish"
    Publish
  6. Log in op je WebHost account
  7. Selecteer ‘Upload new survey’.
  8. Selecteer het .zip bestand in de folder waar je het gepublishte bestand plaatste
  9. Klik op ‘Upload’.

Stap 3: Je identifiers creëren

In dit voorbeeld plaatsen we de enquêtelink op Facebook, Twitter en op de eigen website. We hebben dus 3 unieke identificatoren nodig, één voor elke locatie. Deze identificatoren zijn:

  • Facebook = 1
  • Twitter = 2
  • Website = 3

Stap 4: De identificatoren in je enquête invoeren

  1. Open de enquête in Snap WebHost
  2. Kopieer de URL voor de enquête en plak ze in een tekst editor (Notepad bijvoorbeeld, of Microsoft Word)
  3. Voeg op het einde van de URL het volgende toe: &s=
    Dus, wanneer mijn enquête URL hetvolgende is: https://wh.snapsurveys.com/s.asp?k=11112675925
    Zal die er nu zo uitzien: https://wh.snapsurveys.com/s.asp?k=11112675925&s=
  4. Nu voeg je je identificator toe op het einde van de URL. Bijvoorbeeld voor Facebook zou die er als volgt uitzien: https://wh.snapsurveys.com/s.asp?k=11112675925&s=1

Dit betekent dat ik nu 3 aparte links heb, die het identificator nummer invoeren in de ID.site paradata variabele:

Stap 5: Creëer een afgeleide variabele om de herkomst te identificeren

  1. Open de enquête in Snap 11.
  2. Open het ‘Variables’ scherm: Variables Icon.
  3. Selecteer de ‘Plus’ toets om een nieuwe variabele te maken.
  4. Wijzig de naam naar ‘Site’.
  5. Stel ‘Type’ in op ‘Derived’ en ‘Response’ op ‘Single’.
  6. Je kan een label toevoegen om de afgeleide variabele beter te identificerenDerived 1
  7. Voeg het eerste label toe om de eerste website te identificeren (dit is Facebook in dit voorbeeld)
  8. Voeg de waarde toe als volgt : ID.Site = gevolgd door de identificator voor deze site (voor dit voorbeeld zou dat het volgende zijn : Id.Site=1)
  9. Druk op tab om een tweede code te maken
  10. Voeg het label toe voor de tweede website
  11. Druk op tab om een derde code te maken
  12. Voeg het label toe voor de derde website, en de waarde voor Id.site=3
  13. Klik op het groene vinkje om de afgeleide variabele te bewaren

Stap 6: Maak een tabel om de herkomst te analyseren

  1. Importeer nu je data vanop WebHost naar je enquête in Snap Desktop. Hoe je dat doet kan je hier lezen
  2. Selecteer de ‘Analysis Table’ om een nieuwe tabel te maken: Table Icon.
  3. Voer ‘Site’ in in het ‘Analysis' veld.
  4. Klik ‘OK’.

Je krijgt nu een tabel die toont hoeveel respondenten vanop elke locatie kwamen:

Table Analysis